Tenniselleboog Terug naar overzicht

Inleiding
Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Het geeft aanleiding tot pijnklachten aan de buitenzijde van de elleboog, soms uitstralend naar de onderarm en pols. De pijnklachten treden op wanneer de strekspieren van de pols en hand worden aangespannen, bijvoorbeeld als we iets met de hand willen oppakken. 
 
 
De pijn wordt veroorzaakt door een ontsteking van de peesaanhechting van de pezen die maken dat u de hand en pols naar boven kan bewegen. De aanhechting van deze pezen bevindt zich aan de buitenzijde van de elleboog. Het strekken van de elleboog, de pols en de vingers wordt als pijnlijk ervaren. Soms is er een strektekort van de elleboog. Het drukken op de aanhechting van de strekspieren van de pols en de hand aan de buitenzijde van de elleboog doet pijn.
 
Wat is de oorzaak wat zijn de symptomen van een tenniselleboog?
Het ontstaan van een tenniselleboog hoeft niet door tennissen te komen. Een andere bekende oorzaak is bijvoorbeeld wringen bij huishoudelijk werk. Tenniselleboog ontstaat typisch bij patiënten boven de 35 jaar. Door wat voor reden dan ook zijn de strekspieren overmatig of verkeerd belast geraakt. Daardoor ontstaat een irritatie bij de aanhechting van de spieren aan de buitenzijde van de elleboog. Het is een hinderlijke aandoening, waar u een tijd flink last van kunt hebben, dat duurt soms maanden. Van belang is om te weten dat deze aandoening meestal toch vanzelf weer overgaat. 
 
Stellen van de diagnose
De diagnose tenniselleboog wordt meestal gemaakt op basis van het gesprek met de patiënt en een goed klinisch onderzoek. Radiografie en echografie van de elleboog worden uitgevoerd ter bevestiging van de diagnose. Andere mogelijke oorzaken van pijn aan de buitenzijde van de elleboog zijn onder andere spieroverbelasting, compressie van de nervus interosseus posterior (PIN-syndroom), een probleem van het ellebooggewricht en uitstralingspijn vanuit de nek.
 
Behandeling
Er zijn veel behandelingsmogelijkheden voor een tenniselleboog. Het is niet te zeggen welke behandelingsmogelijkheid duidelijk beter of slechter is. Een bepaalde methode heeft bij de ene patiënt wel en bij een andere patiënt geen resultaat. De essentie is dat overmatige of verkeerde belasting voorkomen moet worden. Iedere behandeling heeft volgens onderzoeken een succeskans van ongeveer 70%. Dit geldt ook voor een operatie! Mede om deze reden wordt niet aan iedereen meteen een operatie aanbevolen.
 
Welke behandelingen zijn mogelijk?
  • De eenvoudigste behandeling is zelf overmatige of verkeerde belasting en daarmee pijn te voorkomen.
  • Het toedienen van lokale frictie (drukmassage) op de pijnlijkste plek kan de pijn dempen.
  • Er is een speciaal bandje verkrijgbaar (een zogenaamde ‘counterforce brace’), dat om de onderarm kan worden aangelegd. Daarmee wordt geprobeerd de spanning op de aanhechting van de spieren aan de buitenzijde van de elleboog te verminderen.
  • Een andere mogelijkheid is een kinesitherapeutische behandeling. De kinesist kan met bepaalde apparatuur en fysiotherapeutische handelingen de irritatie dempen en de spieren ontspannen. Ook oprekken (stretchen) en excentrische tonificaties van de pijnlijke spiergroep zijn belangrijk.
  • Het inspuiten van het gebied met een ontstekingsremmend middel (corticosteroïden) en een verdovingsvloeistof kan de irritatie doen verminderen.
  • Ook is er een chirurgische behandeling mogelijk. Daarbij wordt de aanhechting van de spieren op de buitenzijde van de elleboog voor een deel losgemaakt en het ontstoken deel van de aanhechting verwijderd. Op die wijze wordt de irritatie opgeheven. De ingreep wordt in dagbehandeling verricht. Meerdere anaesthesiologische technieken zijn mogelijk. Na de ingreep wordt de arm gedurende 2 weken geïmmobiliseerd in gipsverband. Nadien wordt kinesitherapie opgestart.
Waar?