Avasculaire necrose van de heupkop Terug naar overzicht

Wat is avasculaire necrose van de heupkop?
Avasculaire necrose van de heupkop is het proces waarbij de heupkop verminderde bloedtoevoer krijgt en geleidelijk afsterft. 

Wat zijn de oorzaken van avasculaire necrose van de heupkop?
Dit kan veroorzaakt worden door een trombose, roken, overmatig alcoholgebruik, een fractuur, heupluxatie, suikerziekte,... De heupkop gaat geleidelijk aan inzakken/misvormen, hetgeen dan uiteindelijk leidt tot secundaire artrose van de heup en pijn in de lies. Bij vergaande schade aan de heup zal het plaatsen van een totale heupprothese via spiersparende toegangsweg onvermijdelijk zijn.

Welke klachten geeft avasculaire necrose van de heupkop?
Pijn en bewegingsbelemmering zijn de belangrijkste symptomen van avasculaire necrose. Het meest vroegtijdige symptoom van avasculaire necrose is een onverklaarbare nachtelijke pijn en bij het steunen. Deze pijn wordt gevoeld in de bilstreek, in de lies en kan uitstralen over de dij. Naarmate het letsel toeneemt, zal men gaan manken en zal de heup ook stijver worden. De pijn neemt dan ook geleidelijk toe, niet meer alleen bij het stappen maar ook bij rust, waarbij zelfs nachtelijke pijn het slapen onmogelijk kan maken.
In vele gevallen is een letsel of een trauma, meer bepaald heupfracturen, de oorzaak van een verstoorde bloedtoevoer. Een traumatische heupluxatie of ontwrichting van de heup kan ook een scheur veroorzaken in het bloedvat van de heupkop. Van bepaalde medicatie zoals zeer hoge doses cortisone is geweten dat ze avasculaire necrose kunnen veroorzaken. Ook overmatig alcoholgebruik is nefast voor de kwaliteit van de bloedvaten. Diepzeeduikers en mijnwerkers hebben een groter risico om avasculaire necrose te ontwikkelen omdat ze met grote verschillen in atmosferische druk te maken hebben. De drukverandering veroorzaakt luchtbelletjes die de bloedtoevoer in de bloedvaten kunnen blokkeren. Veelal blijft de directe oorzaak van de avasculaire necrose onbekend.
De diagnose van avasculaire necrose dient eerst vastgesteld te worden via een uitgebreid klinisch en radiografisch onderzoek. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zal de aard van de behandeling van de avasculaire necrose bepaald worden.

Diagnose avasculaire necrose
Een grondig onderzoek is nodig om een diagnose te stellen. Een grondige anamnese (vragenstelling) en klinisch onderzoek gaan vooraf aan het stellen van de diagnose van avasculaire necrose. Naast het onderzoek van de beweeglijkheid van uw heupgewricht en het analyseren van het looppatroon, zullen er ook persoonlijke vragen gesteld worden zoals trauma in de voorgeschiedenis, het gebruik van medicatie, in welke mate u alcohol drinkt….
Vervolgens zullen röntgen-opnames genomen worden. Indien het letsel al lang genoeg bestaat, volstaan klassieke röntgen-opnames om het letsel zichtbaar te maken. De schade aan de heup is dan meestal zo groot dat het begint te lijken op een sterk geëvolueerde artrose van de heup. De heupkop is vaak ingezakt of misvormd. In een vroegtijdig stadium zien we echter vaak dat er op gewone röntgenopnames geen afwijkingen te zien zijn ondanks het feit dat U pijn hebt. Daarom is het vaak aangewezen om een botscan of een MRI scan uit te voeren om het letsel te vinden. Het uitvoeren van een MRI scan (Magnetische Resonantie scan) is het standaard onderzoek geworden bij de diagnosestelling. Welke behandeling van avasculaire necrose er zal worden opgezet, hangt af van de ernst van het letsel en de mate waarin U lijdt onder uw klachten.

Behandeling avasculaire necrose
Avasculaire necrose kan zowel niet-operatief of operatief behandeld worden.

Niet-chirurgische behandeling
In een eerste fase kunnen we trachten de symptomen niet-operatief te behandelen. Door gebruik te maken van krukken kunnen we de druk op uw heup verminderen. Pijnstillers en ontstekingsremmers vangen daarnaast de meeste klachten op. Eveneens wordt in sommige gevallen gestart met anti-osteoporose medicatie om de progressie van de aandoening tegen te gaan. Kinesitherapie kan ook helpen om de pijn terug te dringen. Al deze niet-operatieve middelen zullen er echter niet in slagen om de bloedtoevoer naar uw heup te herstellen en het proces van de avasculaire necrose terug te draaien. Een niet-operatieve behandeling kan er enkel op gericht zijn een operatie uit te stellen terwijl de patiënt deze periode toch relatief comfortabel kan doorbrengen.

Operatieve behandeling

  • Decompressie (forage) van de heupkop: de chirurg boort gaten in het stuk bot waar er geen bloedtoevoer meer is. Op die manier vermindert de druk op de heup waardoor de pijnklachten afnemen. Dit kan enkel indien de heupkop nog niet is ingezakt.
  • Heupprothese: als de degradatie van het heupbeen en het kraakbeen uitgesproken is , gaat men over tot een heupprothese via spiersparende, direct anterieure toegang.

Revalidatie avasculaire necrose
De aard van de ingreep bepaalt welk revalidatietraject de patiënt zal volgen. De revalidatie na een operatieve behandeling van avasculaire necrose hangt af van de aard van de ingreep.
In principe tracht men bij een forage de bloedtoevoer in de heup te herstellen of het herstel proces van het bot te bevorderen waardoor de slijtage van het heupgewricht kan vertraagd worden. Na een decompressie (forage) ingreep is het aangewezen om een zestal weken met krukken te stappen. Zo geven we het bot de kans om rustig te genezen en kunnen er zich nieuwe bloedvaten ontwikkelen. Tegelijkertijd wordt gestart met de kinesitherapie waarbij een herstel van een normale beweeglijkheid van de heup nagestreefd wordt.
Indien een totale heupprothese wordt geplaatst, zal een snelle steunname toegestaan worden (cfr revalidatieschema na totale heupprothese bij primaire artrose).

Waar?